Bekijk hieronder de meest gestelde vragen. Vaak kunt u een storing zelf eenvoudig verhelpen en is een bezoek van een servicemonteur niet nodig.
Veel gestelde vragen
Staat uw vraag er niet tussen? Neem gerust contact met ons op.
+31 (0) 314 – 362 244
Beschikbaar van 08:30 uur t/m 17:00 uur (Ma – Vr)
Vragen over koelkasten
Algemeen
De meeste koelkasten werken goed bij een omgevingstemperatuur tussen de 16 °C en 32 °C. Boven 32 °C schakelt de compressor teveel in en is de koeling niet optimaal.
Bij een omgevingstemperatuur onder 16 °C schakelt de compressor te weinig in. Dit heeft voor het koelgedeelte geen gevolgen maar voor het vriesgedeelte wel. Dit gedeelte heeft namelijk geen eigen sensor en wordt minder gekoeld, waardoor de temperatuur op loopt.
Het kan voorkomen dat de koelkast niet of onvoldoende koelt doordat er rond de koelkast te weinig ventilatie mogelijk is. Wanneer dit het geval is bij een inbouwkoelkast moet het probleem door een installateur verholpen worden. Zorg er bij een vrijstaande koelkast voor dat er voldoende ruimte rond het apparaat is.
Een te hoge binnentemperatuur kan ook veroorzaakt worden doordat de koelkastdeur niet goed sluit of te lang geopend wordt. Reinig indien noodzakelijk het deurrubber en zorg er voor dat producten in de koelruimte niet in aanraking kunnen komen met een deurvak. Open de koelkastdeur bovendien zo kort mogelijk.
Wanneer u warmere producten in de koelruimte plaatst kan dat ook de oorzaak zijn voor een te hoge binnentemperatuur. Laat producten daarom altijd voldoende afkoelen voordat u ze in de koelruimte plaatst.
Als de bovenstaande informatie niet voor u van toepassing is kan de compressor kapot zijn, de thermostaat niet meer goed werken of er te weinig koelvloeistof in het systeem aanwezig zijn. Al deze problemen kunt u niet zelf oplossen en dient er een service monteur ingeschakeld te worden.
Controleer of de koelkast stroom krijgt en/of de lampjes van de koelkast functioneren. Wanneer u de deur opent, moet het licht in de koelkast aangaan. Is dit niet het geval, controleer dan of de stekker goed in het stopcontact zit.
Controleer of andere elektrische apparaten wel functioneren.
Neem contact op met een elektricien voor eventuele elektriciteitsproblemen
Het kan zijn dat de thermostaat op ‘0’ staat. Controleer of u een temperatuur hebt ingesteld.
Na de eerste installatie kan het enige tijd duren voordat de koelkast de juiste temperatuur bereikt.
Waar staat uw koelkast? In een garage? Afhankelijk van het type koelkast, zal de koelkast niet meer aanslaan wanneer de omgevingstemperatuur onder +10 C° komt. Zie hiervoor de vraag: “Waar kan mijn koelkast het beste geplaatst worden?
Probeer uw koelkast op een lagere temperatuur in te stellen.
Een juiste werking is te controleren door middel van een thermometer in een glas water welke in het midden van het apparaat moet worden geplaatst. Een goede koeltemperatuur is +4 tot +6 °C.
Waar staat uw koelkast? Op een warme plaats misschien? Controleer de toelaatbare omgevingstemperatuur in de gebruiksaanwijzing.
Het doordraaien van de compressor kan veroorzaakt worden door onvoldoende aan- en afvoer van lucht. In de gebruikershandleiding staat omschreven hoeveel de aan- en afvoer van lucht moet zijn.
Bij inbouwkoelkasten moeten de openingen voor zowel de aan- als de afvoer van lucht minimaal 200 cm2 groot zijn.
Als de aan- en afvoer van lucht (ventilatie) in orde zijn kan het probleem ook veroorzaakt worden door een tekort aan koelvloeistof in het systeem, een defecte thermostaat of een defecte compressor. In alle gevallen kan het probleem alleen door een servicemonteur verholpen worden.
Controleer of de koelkast juist is geïnstalleerd en of de rubbers van de deur goed bevestigd zijn en het rubber intact is.
Is de koelkast compleet spanningsloos? De verlichting doet het dus ook niet meer. Controleer eerst of er spanning op het stopcontact staat en of de stekker er goed in zit. Als dit niet helpt betreft het een storing in het elektrische circuit die door een monteur verholpen moet worden.
Hierop is geen eenduidig antwoord te geven. Moderne energiezuinige koel- en vriesapparaten slaan vaker aan dan oude apparaten. Ze lopen echter wel korter. Als vuistregel mag er aangenomen worden, dat een koel- of vrieskast goed werkt, wanneer hij gemiddeld ¾ tot ½ deel van de tijd loopt. U moet daarbij denken aan 20 minuten aan en vervolgens 10 minuten uit. De totale tijd is echter sterk afhankelijk van omgevingsomstandigheden, gebruik en belading.
Warmte aan de buitenkant betekent kou aan de binnenkant. Diverse delen van de behuizing worden warm, terwijl ook de compressor tijdens bedrijf erg warm wordt. Dit is echter geen storing. Op sommige plekken kan de temperatuur tot wel 100 °C bedragen. Tussen de deuren is bij sommige producten een verwarmingselement ingebouwd om condensatie op die plaats te voorkomen. Ook loopt er een leiding van de condensor aan de achterkant van de kast naar voren en rond de voorkant van de behuizing om de afdichting flexibel en goed sluitend te houden en om condensatie op de zijkanten van de kast te voorkomen. Alle warmte die op deze plekken vrijkomt, is warmte die aan de producten in de kast is onttrokken. Als de kast net gevuld is of als de deur niet goed dicht zat, zal de behuizing warmer aanvoelen dan normaal. Dit is alleen maar een teken dat het product efficiënt werkt.
Maak een stinkende koelkast van binnen goed schoon met soda, of een oplossing van azijn in water. Maak ook het afvoergaatje goed schoon. Blijft de schoongemaakte koelkast stinken, maak dan de dooiwateropvangbak schoon die op de motor staat.
Een koel/vrieskast dient in een huishoudelijke omgeving te staan. Dit betekent dat de omgevingstemperaturen ook zodanig zijn dat het er niet kan vriezen. Op het typeplaatje van uw apparaat staat vermeld welke klimaatklasse de koel/vrieskast heeft. Hieronder een overzicht van de verschillende klimaatklassen;
(S)SN = geschikt voor omgevingstemperaturen van +5°C tot +32°C
SN = geschikt voor omgevingstemperaturen van +10°C tot +32°C
N = geschikt voor omgevingstemperaturen van +16°C tot +32°C
ST = geschikt voor omgevingstemperaturen van +18°C tot +38°C
T = geschikt voor omgevingstemperaturen van +18°C tot +43°C
Deze klimaatklasse staat vermeld bij de specificaties van het apparaat.
Koel- en vriesapparaten die ouder zijn dan zeven jaar, zijn niet goed voor het milieu. Ze vreten energie en dat is ook slecht voor de portemonnee. Milieu Centraal heeft berekend dat consumenten die overstappen op een zuinige A+++ koelkast hier 115 euro per jaar mee verdienen. Een koel/vriescombinatie levert zelfs 225 euro op. Hoe sneller je overstapt hoe sneller je bespaart. Het is een eenmalige investering die zich al snel gaat uitbetalen. Voor alle koel- en vriesapparaten geldt dat een A++ model 25% energie bespaart en een A+++ maar liefst 50% ten opzichte van een gewoon A+ model.
De compressor is hart van de koelvrieskast: de kwaliteit van de koelkast staat of valt met de kwaliteit van de compressor. Een conventionele compressor laat een koelkast in koelcycli koelen. Een sensor houdt de temperatuur in de koelkast in de gaten.
Als de temperatuur te ver oploopt, slaat de compressor aan en daalt de temperatuur in de koelkast. Als de temperatuur voldoende is gedaald, slaat de compressor weer af. En dan is het wachten tot de temperatuur weer is gestegen en de compressor opnieuw aanslaat. Door het constante aan- en uitgaan verbruikt een conventionele compressor veel energie en slijt relatief snel. Bovendien fluctueert de temperatuur in de koelkast
Een invertermotor of -compressor koelt niet in de eerder beschreven cycli. Deze staat constant aan. Hij koelt iets harder als het warmer wordt en minder hard als het koud genoeg is. Omdat de motor niet aan en uit gaat, is het stroomverbruik van een invertermotor lager dan bij een conventionele motor en slijt hij minder snel. Ook is het geluid constant. Sommige mensen moeten wennen aan het geluid van een invertermotor. Want dit hoor je altijd een klein beetje.
Een geforceerde ook wel dynamische koeling is uitgevoerd met een ventilator welke de koude lucht door de koeling blaast. Hierdoor wordt de koeling versneld en ontstaat er een luchtstroom en dus een gelijkmatige temperatuur in de koeling. Groot voordeel bij een geforceerde koeling is dat na het openen en sluiten van de deur, de koeling vrij snel weer op temperatuur is.
Een statische koeling wordt gekoeld door het aanwezige koelelement. De luchtcirculatie is beperkt en wordt op een natuurlijke wijze gegenereerd, waarbij koude lucht daalt en warme lucht stijgt. Naargelang de zones kunnen er aanzienlijke temperatuurverschillen optreden, temperatuur zal onder in de kast lager zijn dan bovenin de kast.
Statische vriezers hebben minder last van de temperatuurverschillen door de vaste rekken welke ook gekoeld worden. Bent u van plan uw koeling vol te zetten met dozen dan is een statische koeling beter omdat bij een geforceerde koeling de lucht niet goed kan circuleren als de kast vol is. Ook wanneer u producten koelt welke gevoelig zijn voor uitdroging dan is het raadzaam om een statische koeling aan te schaffen.
Geluiden
Dit zijn normale bedrijfsgeluiden. Door het regelmatig ontdooien van de achterwand (2-10* per dag), wordt de verdamper -welke zich in de achterwand bevindt- tijdelijk in temperatuur verhoogd en zetten het isolatiemateriaal en de koelleidingen uit en krimpen deze vervolgens weer. U kunt het vergelijken met het krimpen en uizetten van de CV leidingen in uw huis. Deze ontdooicyclus veroorzaakt dit geluid waar technisch niets aan te doen is. Ervaring leert dat, door het vormen van het materiaal, het geluid na verloop van de tijd minder wordt
Bij apparaten met meerdere compartimenten of met een no-frostfunctie is dit een normaal geluid dat door de werking van het apparaat wordt veroorzaakt.
Een koelkast kan een sissend of borrelend geluid maken als de compressor aan- of uitslaat. Dat is normaal. Hoort u een ander geluid? Controleer dan of de koelkast stabiel en waterpas staat en of de buitenkant niet tegen andere apparaten staat.
De thermostaat reguleert de temperatuur van de motor. U hoort een klikkend geluid wanneer de thermostaat de motor in- of uitschakelt. Dit is een normaal geluid.
U hoort een klikkend geluid wanneer het magneetventiel de verschillende koelcircuits inschakelt. Dit is een normaal geluid dat door de werking van het apparaat wordt veroorzaakt.
Controleer of er geen onderdelen los of juist vast zitten (bijv. laden, platen, etc.). Verwijder de uitneembare onderdelen en vervang ze, indien nodig.
Dit zijn normale inspuitgeluiden van het koelmiddel wat zich in gasfase in de verdamper (in de achterwand aan de binnenkant) bevindt.
Omdat het nieuwe, milieuvriendelijke type koelgas (R600a) lichter is en een lagere dichtheid heeft, moet hier meer van toegepast- en rondgepompt worden. Hierdoor ontstaan deze bedrijfsgeluiden welke sterk af kunnen wijken van een eventueel vorig apparaat.
Dit zijn normale geluiden van het koelmiddel wat zich in vloeistoffase in de condensor (aan de buitenkant op de achterzijde) bevindt.
Omdat het nieuwe, milieuvriendelijke type koelgas (R600a) lichter is en een lagere dichtheid heeft, moet hier meer van toegepast- en rondgepompt worden. Hierdoor ontstaan deze bedrijfsgeluiden welke sterk af kunnen wijken van een evt. vorig apparaat.
Dit is een normaal geluid dat door de werking van het apparaat wordt veroorzaakt. Het brommen is afkomstig van de motor (compressor) van het apparaat. Het geluid kan soms iets luider zijn. Maakt het apparaat te veel lawaai, controleer dan of het apparaat volledig waterpas staat. U kunt dit controleren door uw hand tegen de koelkast te duwen terwijl de compressor in werking is. Wanneer het geluid minder wordt, kan het zijn dat uw koelkast scheef staat. Door de voetjes aan de voor- en/of achterzijde bij te stellen kunt u het apparaat waterpas stellen en kan het brommende geluid verminderen.
Water- & IJsvorming
De ideale temperatuur van een koelkast bedraagt 2 tot 4 °C. Op deze temperatuur wordt de bacteriële groei zoveel mogelijk afgeremd en zullen de producten in de koelkast niet bevriezen. Het nadeel van deze lage temperatuur is echter wel dat ijskristallen zich kunnen vastzetten op de koelelementen. De ijskristallen zorgen ervoor dat je koelkast minder goed zal werken. Het openen van de deuren zorgt er elke keer voor dat warme lucht toegelaten wordt in de koelkast. De waterdamp zal neerslaan omdat lucht die afkoelt minder waterdamp kan verdragen. Het valt dus niet te vermijden dat de wanden van de koelkast, alsook je voedingswaren een laagje condens krijgen, dat langzaam aan weer ijs gaat worden.
Lichte rijpvorming op de achterwand is normaal. Dit is normaal als uw koelkast is voorzien van een automatische ontdooifunctie. Het vocht op de achterwand van de koelkast bevriest.
Vervolgens wordt het weer ontdooid tijdens het ontdooiproces. Het ijs smelt en stroomt via de afvoeropening in de achterwand in het reservoir aan de achterzijde van het apparaat naar een lekbak op de motor. Door de warmte van de motor verdampt dit vocht.
Bij een plaatselijke ijsklomp groter dan een tennisbal is reparatie door een servicemonteur noodzakelijk. Kijk uit met het verwijderen van het ijs. Als u dit probeert los te breken, kunnen de leidingen defect raken. Uw koelkast is dan onherstelbaar beschadigd. U kunt het ontdooien versnellen door een bak warm water in de koelkast te zetten.
Dit is normaal als uw koelkast is voorzien van een automatische ontdooifunctie. Het vocht slaat neer op de achterwand van de koelkast en bevriest. Vervolgens wordt het weer ontdooid tijdens het ontdooiproces. Het ijs smelt en stroomt via de afvoeropening in de achterwand in het reservoir aan de achterzijde van het apparaat naar een lekbak op de motor. Door de warmte van de motor verdampt dit vocht.
Als er druppels aan de glasplateaus hangen, is het wel te vochtig in de koelkast. Dit kan de volgende oorzaken hebben:
De koelkast is te vol waardoor de lucht onvoldoende kan circuleren.
Er ligt onverpakte bladgroente buiten de groentelade.
De deur sluit niet goed.
De ventilatieopeningen onder en boven de koelkast zijn verstopt.
Het vocht afvoergaatje is verstopt.
De waterafvoeropening in de achterwand is mogelijk geblokkeerd door voedselresten. Een verstopt afvoergaatje kan worden doorgeprikt met een satéprikker. U kunt voorkomen dat het gaatje verstopt raakt door 2 keer per jaar een druppeltje chloor in het gaatje te laten lopen, gevolgd door een eetlepel water.
De waterafvoeropening in de achterwand is mogelijk geblokkeerd door voedselresten. Een verstopt afvoergaatje kan worden doorgeprikt met een satéprikker. U kunt voorkomen dat het gaatje verstopt raakt door 2 keer per jaar een druppeltje chloor in het gaatje te laten lopen, gevolgd door een eetlepel water.
De temperatuur van uw koelkast staat te koud. Pas de temperatuur aan, wacht minimaal 12 uur en kijk of het probleem aanhoudt.
Zorg ervoor dat de groenten de achterwand van de koelkast niet raken.
Open de deur niet vaker of langer dan noodzakelijk. Warme lucht van buiten de koelkast zal neerslaan op de koude oppervlakken en bevriezen.
Controleer of de deur van het vriesgedeelte goed dicht zit.
Ontdooi het vriesgedeelte een of twee keer per jaar, zoals aangegeven in de gebruiksaanwijzing.
Vragen over vriezers
Algemeen
Aantal sterren | Temperatuur vriesvak | Bewaartijd |
Nul sterren |
-4 °C | Alleen geschikt voor het maken en bewaren van ijsblokjes |
* | -6 °C | 1 week |
** | -12 °C | 1 maand |
*** | -18 °C | 3 maanden |
**** | -18 °C of lager | 3 maanden en geschikt voor het invriezen van vers voedsel |
Hierop is geen eenduidig antwoord te geven. Moderne energiezuinige koel- en vriesapparaten slaan vaker aan dan oude apparaten. Ze lopen echter wel korter. Als vuistregel mag er aangenomen worden, dat een koel- of vrieskast goed werkt, wanneer hij gemiddeld ¾ tot ½ deel van de tijd loopt. U moet daarbij denken aan 20 minuten aan en vervolgens 10 minuten uit. De totale tijd is echter sterk afhankelijk van omgevingsomstandigheden, gebruik en belading.
Koel- en vriesapparaten die ouder zijn dan zeven jaar, zijn niet goed voor het milieu. Ze vreten energie en dat is ook slecht voor de portemonnee. Milieu Centraal heeft berekend dat consumenten die overstappen op een zuinige A+++ koelkast hier 115 euro per jaar mee verdienen. Een koel/vriescombinatie levert zelfs 225 euro op. Hoe sneller je overstapt hoe sneller je bespaart. Het is een eenmalige investering die zich al snel gaat uitbetalen. Voor alle koel- en vriesapparaten geldt dat een A++ model 25% energie bespaart en een A+++ maar liefst 50% ten opzichte van een gewoon A+ model.
De compressor is hart van de koelvrieskast: de kwaliteit van de koelkast staat of valt met de kwaliteit van de compressor. Een conventionele compressor laat een koelkast in koelcycli koelen. Een sensor houdt de temperatuur in de koelkast in de gaten.
Als de temperatuur te ver oploopt, slaat de compressor aan en daalt de temperatuur in de koelkast. Als de temperatuur voldoende is gedaald, slaat de compressor weer af. En dan is het wachten tot de temperatuur weer is gestegen en de compressor opnieuw aanslaat. Door het constante aan- en uitgaan verbruikt een conventionele compressor veel energie en slijt relatief snel. Bovendien fluctueert de temperatuur in de koelkast
Een invertermotor of -compressor koelt niet in de eerder beschreven cycli. Deze staat constant aan. Hij koelt iets harder als het warmer wordt en minder hard als het koud genoeg is. Omdat de motor niet aan en uit gaat, is het stroomverbruik van een invertermotor lager dan bij een conventionele motor en slijt hij minder snel. Ook is het geluid constant. Sommige mensen moeten wennen aan het geluid van een invertermotor. Want dit hoor je altijd een klein beetje.
Een geforceerde ook wel dynamische koeling is uitgevoerd met een ventilator welke de koude lucht door de koeling blaast. Hierdoor wordt de koeling versneld en ontstaat er een luchtstroom en dus een gelijkmatige temperatuur in de koeling. Groot voordeel bij een geforceerde koeling is dat na het openen en sluiten van de deur, de koeling vrij snel weer op temperatuur is.
Een statische koeling wordt gekoeld door het aanwezige koelelement. De luchtcirculatie is beperkt en wordt op een natuurlijke wijze gegenereerd, waarbij koude lucht daalt en warme lucht stijgt. Naargelang de zones kunnen er aanzienlijke temperatuurverschillen optreden, temperatuur zal onder in de kast lager zijn dan bovenin de kast.
Statische vriezers hebben minder last van de temperatuurverschillen door de vaste rekken welke ook gekoeld worden. Bent u van plan uw koeling vol te zetten met dozen dan is een statische koeling beter omdat bij een geforceerde koeling de lucht niet goed kan circuleren als de kast vol is. Ook wanneer u producten koelt welke gevoelig zijn voor uitdroging dan is het raadzaam om een statische koeling aan te schaffen.
Geluiden
Dit zijn normale bedrijfsgeluiden. Door het regelmatig ontdooien van de achterwand (2-10* per dag), wordt de verdamper -welke zich in de achterwand bevindt- tijdelijk in temperatuur verhoogd en zetten het isolatiemateriaal en de koelleidingen uit en krimpen deze vervolgens weer. U kunt het vergelijken met het krimpen en uizetten van de CV leidingen in uw huis. Deze ontdooicyclus veroorzaakt dit geluid waar technisch niets aan te doen is. Ervaring leert dat, door het vormen van het materiaal, het geluid na verloop van de tijd minder wordt
Bij apparaten met meerdere compartimenten of met een no-frostfunctie is dit een normaal geluid dat door de werking van het apparaat wordt veroorzaakt.
Een koelkast kan een sissend of borrelend geluid maken als de compressor aan- of uitslaat. Dat is normaal. Hoort u een ander geluid? Controleer dan of de koelkast stabiel en waterpas staat en of de buitenkant niet tegen andere apparaten staat.
De thermostaat reguleert de temperatuur van de motor. U hoort een klikkend geluid wanneer de thermostaat de motor in- of uitschakelt. Dit is een normaal geluid.
U hoort een klikkend geluid wanneer het magneetventiel de verschillende koelcircuits inschakelt. Dit is een normaal geluid dat door de werking van het apparaat wordt veroorzaakt.
Controleer of er geen onderdelen los of juist vast zitten (bijv. laden, platen, etc.). Verwijder de uitneembare onderdelen en vervang ze, indien nodig.
Dit zijn normale inspuitgeluiden van het koelmiddel wat zich in gasfase in de verdamper (in de achterwand aan de binnenkant) bevindt.
Omdat het nieuwe, milieuvriendelijke type koelgas (R600a) lichter is en een lagere dichtheid heeft, moet hier meer van toegepast- en rondgepompt worden. Hierdoor ontstaan deze bedrijfsgeluiden welke sterk af kunnen wijken van een eventueel vorig apparaat.
Dit zijn normale geluiden van het koelmiddel wat zich in vloeistoffase in de condensor (aan de buitenkant op de achterzijde) bevindt.
Omdat het nieuwe, milieuvriendelijke type koelgas (R600a) lichter is en een lagere dichtheid heeft, moet hier meer van toegepast- en rondgepompt worden. Hierdoor ontstaan deze bedrijfsgeluiden welke sterk af kunnen wijken van een evt. vorig apparaat.
Dit is een normaal geluid dat door de werking van het apparaat wordt veroorzaakt. Het brommen is afkomstig van de motor (compressor) van het apparaat. Het geluid kan soms iets luider zijn. Maakt het apparaat te veel lawaai, controleer dan of het apparaat volledig waterpas staat. U kunt dit controleren door uw hand tegen de koelkast te duwen terwijl de compressor in werking is. Wanneer het geluid minder wordt, kan het zijn dat uw koelkast scheef staat. Door de voetjes aan de voor- en/of achterzijde bij te stellen kunt u het apparaat waterpas stellen en kan het brommende geluid verminderen.
Water- & IJsvorming
Open de deur niet vaker of langer dan noodzakelijk. Warme lucht van buiten de koelkast zal neerslaan op de koude oppervlakken en bevriezen.
Controleer of de deur van het vriesgedeelte goed dicht zit.
Ontdooi het vriesgedeelte een of twee keer per jaar, zoals aangegeven in de gebruiksaanwijzing.
In de lucht bevindt zich vocht. Warme lucht kan meer vocht vasthouden dan koude lucht. Bij het openen van de diepvrieskist zal de warme lucht in aanraking komen met de koude kunststof rand van de diepvrieskist. Het vocht uit de warme lucht zet zich dan onmiddelijk als rijp af op deze rand. Door het rijplaagje te verwijderen met een ijsschraper voorkomt u dat de rijplaag steeds dikker wordt en dat de deksel niet meer goed sluit, waardoor een nog veel sterkere rijpgroei zal ontstaan.
Het afgeschraapte rijp mag zonder meer in de kist vallen daar dit “ijs” droog gevroren is en nergens meer aan vast zal vriezen. Tijdens de grote schoonmaakbeurt, die één of tweemaal per jaar moet plaatsvinden, zal het ijs met het overige dooiwater wegstromen.
Waarom deed dit zich niet voor bij “oudere”kisten?
De bovenste leiding van de verdamper ligt bij oudere kisten 18 cm onder de rand van de kist. Bij de nieuwe diepvrieskisten is dit slechts 6,5 cm. Bij oudere kisten moest, om de temperatuur van -18°C bovenin de kist te bereiken, de thermostaat veel hoger worden gezet dan bij de nieuwere kisten het geval is. Dit levert een belangrijke energiebesparing op.
In het dekselrubber bevinden zich op verschillende plaatsen perforaties. Deze kleine gaatjes zorgen ervoor, dat de kist zich na openen en weer sluiten niet langdurig vacuüm kan zuigen, waardoor de kist niet meer kan worden geopend. Ter hoogte van deze perforaties zal meer rijpvorming optreden. Dit is volstrekt normaal.
Enige rijpvorming op de rand van de diepvrieskist is het gevolg van een energiebesparende maatregel en is niet geheel te voorkomen.
Rijpvorming ontstaat doordat vocht uit de warme lucht of warme producten zich afzet op de koudste delen. Rijpvorming is dus een natuurkundig verschijnsel, dat niet te voorkomen is. Wel kunt u, door uw vriezer goed te gebruiken rijpvorming beperken. De volgende punten zijn hierbij van belang:
- Open de vriezer niet onnodig of onnodig lang;
- Leg nooit warme producten in de vriezer, laat ze eerst afkoelen;
- Een volledig gevulde vriezer heeft minder last van rijpvorming dan een lege of half lege vriezer;
- Zet de thermostaat niet onnodig hoog. Een temperatuur van –18°C tot –20°C is voldoende om uw producten veilig te bewaren;
- Plaats de vriezer niet in een warme of vochtige omgeving. Denk hierbij ook aan de nabijheid van wasautomaten, condensdrogers en verwarmingsketels;
- Let erop, dat de deur van de vriezer goed wordt gesloten;
- Zorg voor voldoende ventilatie bij de plint van de vriezer en bij het ventilatierooster bovenop.
Bij energiezuinige vrieskisten, waar de vriesleidingen tot bijna bovenaan de rand zitten, zal rijpvorming vooral optreden op de bovenrand van de kist. Deze rijpvorming moet als regel tenminste 1 x per week met een schraper worden verwijderd. Het gevriesdroogde ijs komt op de bodem terecht en zal nergens meer aanvriezen. Bij de normale ontdooibeurt zal het met het dooiwater wegstromen.
Het afgeschraapte rijp mag zonder meer in de kist vallen, daar dit “ijs” droog gevroren is en nergens meer aan vast zal vriezen. Tijdens de grote schoonmaakbeurt, die één of tweemaal per jaar moet plaatsvinden, zal het ijs met het overige dooiwater wegstromen.
De bovenste leiding van de verdamper ligt bij oudere vrieskisten 18 cm onder de rand van de kist. Bij de nieuwe diepvrieskisten is dit slechts 6,5 cm. Bij oudere kisten moest, om de temperatuur van -18°C bovenin de kist te bereiken, de thermostaat veel hoger worden gezet dan bij de nieuwere vrieskisten het geval is. Dit levert een belangrijke energiebesparing op.
In het dekselrubber bevinden zich op verschillende plaatsen perforaties. Deze kleine gaatjes zorgen ervoor, dat de kist zich na openen en weer sluiten niet langdurig vacuüm kan zuigen, waardoor de kist niet meer kan worden geopend. Ter hoogte van deze perforaties zal meer rijpvorming optreden.
Enige rijpvorming op de rand van de diepvrieskist is het gevolg van een energiebesparende maatregel en is niet geheel te voorkomen.